Eergisteren was ik op bezoek bij mijn vorige baas. Er moest nog iets afgehandeld worden en tegelijkertijd was het een mooie gelegenheid om even bij te kletsen. Omdat een oud-collega van mij binnenkort met pensioen gaat, kwam het gesprek daarop. Een paar jaar geleden vierden we de 50e verjaardag van mijn baas, dus hij zal van ongeveer 1960 zijn. Dus we spraken over het verhogen van de pensioenleeftijd, die zowel hem als mij gaat treffen. En over ons pensioenfonds dat nogal in zwaar weer gekomen is.
Hij was bezorgder om mijn generatie dan om die van hem, en ik denk dat dat terecht is. Ik hoop voor hem, en zijn generatie, dat er over 15-20 jaar in ieder geval nog wat over is in de pensioenpot. Om in die korte tijd nog een groot spaarpotje op te bouwen voor jezelf zal namelijk voor velen van hen ondoenlijk zijn (ik denk ook aan de 50- of soms 60-plussers die nu ontslagen worden, voor hen lijkt verdere opbouw van spaargeld helemaal onmogelijk).
Ik vrees dat mijn generatie, en die na ons die nu de schoolbanken verlaat, het nog wat harder voor de kiezen gaat krijgen. Maar in principe hebben we ook nog wat tijd. Tijd om spaargeld op te bouwen, tijd om, laten we het hopen, ook nog te profiteren van een aantal groeifasen van de economie (na crisis komt zonneschijn, toch?). Het is wel iets dat je zelf moet doen, en het zal voor veel mensen heel moeilijk zijn om niet al hun salaris nu uit te geven, maar er een deel van te sparen voor dat mythische later.
Ik zat een beetje stilletjes te glimlachen tijdens dit gesprek. Ik heb het mijn oude baas niet verteld, vind dat wat te privé, maar ik hoop toch dat ik door mijn spaargedrag van nu én mijn uitgavenpatroon van nu later gewoon gemakkelijk met pensioen kan gaan.