Spaarolifantje kocht een lot

Ik ga natuurlijk niet vertellen welk soort lot, want dan doen jullie het ook en dan wordt mijn kans om te winnen (die al miniem was) nog wat kleiner. 😉

Vroeger, toen ik nog een net opgevoed meisje was, hield ik mij sterk aan het advies van mijn lieve ouders, om nooit, maar dan ook nooit, te gokken met geld. Want gokken = verliezen. Dus niet met je zuurverdiende centjes naar het casino, en al helemaal niet meedoen aan loterijen. Foei. Is geldklopperij, je wint nooit wat, dus het geld niet waard. Een leraar op de middelbare school rekende het tijdens het vak kansberekening nog eens voor ons door. En ja, het klopte: je mocht er op rekenen geld te verliezen als je een lot kocht. Het uitkeringspercentage (hoeveel geld de deelnemers gemiddeld terugkrijgen) ligt tussen de 35 en 65% voor de Nederlandse loterijen. Als het uitkeringspercentage 65% is, wil dat dus zeggen dat je gemiddeld 35 cent van elke euro verliest.

En toen kwam ik mijn vriend tegen. En die kocht een lot. En ik stond paf. Zo’n keurig opgevoede en slimme jongeman, zomaar geld wegsmijten?! Maar tegelijkertijd hadden we in de daaropvolgende drie weken tot de trekkingsdatum een hoop lol. We bedachten wat we met het geld zouden doen, mochten we winnen. Ik verklaarde dat ik best ook nog wel genoegen zou nemen met de tweede prijs. We hadden het over reizen, over de precaire financiële situatie van een familielid en dat we daarbij zouden kunnen helpen. Ik noemde diverse goede doelen. Ik vond het leuk.

Uiteindelijk wonnen we de helft van het ingelegde bedrag terug. Ik was wel een klein beetje teleurgesteld, moet ik zeggen. En ondervond aan den lijve dat een mooi uitziend loterijpapiertje vaak niet het winnende getal bevat. We hebben daarna nog een keer of zes een lot gekocht, en gemiddeld inderdaad meer dan de helft van het ingelegde bedrag verloren. Ik geloof dat we geen enkele keer méér terugkregen dan onze inzet. Uiteindelijk zijn we gestopt met loten kopen. Het was niet zo leuk meer, en ik merkte ook dat het huishoudgeld er toch sneller doorheen ging. Die 20 euro per maand mistte ik toch ook…

En nu heb ik er dan weer eentje gekocht.

Ik geloof nog steeds dat loterijen/kansspelen/gokken/pokeren enzovoort gevaarlijk kunnen zijn. Je kunt verslaafd raken aan dat gevoel van “misschien win ik”, je kunt er geld in kwijt raken dat je eigenlijk niet kwijt mocht raken. Als je vijftig euro per week hebt om je gezin van twee kinderen en twee volwassenen te voeden, dan moet je geen geld uitgeven aan gokken of loten. Als je van jezelf weet dat je snel verslaafd raakt aan dingen, moet je het ook niet doen.

Maar misschien mag ik mijn aankoop van een lot nu zien als een redelijk onschuldige uitgave. Eentje die ons weer een paar uur lol op gaat leveren, terwijl we bespreken en dromen over wat we met het geld zouden willen doen. Het zou zelfs een manier kunnen zijn om sowieso weer eens helder te krijgen wat we in de toekomst graag willen.

Willen we gaan reizen met het geld? Waarom gaan we dan niet harder sparen voor een leuke reis?
Willen we stoppen met werken?  Waarom gaan we dan niet sparen zodat we in ieder geval eerder met pensioen kunnen, of een sabbatical kunnen nemen?
Willen we geven aan een bepaald goed doel? Waarom zouden we dan nu al niet bekijken wat we eventueel voor dat doel kunnen doen? We zouden nu al geld kunnen geven, of misschien wel collectant of vrijwilliger worden…

Advertentie

5 reacties

Opgeslagen onder Geld en besparen

5 Reacties op “Spaarolifantje kocht een lot

  1. Tjerk

    Ik koop ook wel eens een lot (vnl. met oud en nieuw) en doe mee aan de postcodeloterij. Altijd leuk om te fantaseren over wat je met je gewonnen geld gaat doen

  2. Ik heb nog nooit een lot gekocht behalve van de scouting. Meedoen aan een loterij is de meest risicovolle manier van beleggen. Ik begrijp echt niet dat mensen wel loten kopen en niet durven beleggen want dat zou zo risicovol zijn! Bij alle vormen van beleggen geldt: hoe hoger de verwachting des te hoger het risico. Ik vind het leuker om met een klein bedrag risicovol te beleggen in aandelenfondsen. Ook daarbij kan je verliezen en winnen. Maar zelfs de afgelopen jaren heb ik op geen enkele van mijn aandelen de helft verloren. Het jaar 2008 is allang weer goedgemaakt.
    Tip: open een beleggingsrekening, bijvoorbeeld via SNS fundcoach, en ga bijvoorbeeld met 25 euro per maand beleggen. De adrenaline die jij voelt de weken voor de trekking, voel ik bij het wekelijks openen van de koersen. Soms stijgt een koers van een risicovol fonds ineens met 30%, en dan zakt hij weer in met 30%. Het halveren van mijn inleg is mij nog nooit gebeurd. Uiteraard zijn er ook fondsen die gestaag groeien, met 5% per jaar. Safe, maar geeft geen adrenalinekick.

    • Hoi Mathilde,

      Ik beleg óók. Ik denk niet dat ik het geld wat we aan een lot besteden als belegging beschouw, meer als “uitgave voor een pleziertje”. Het gebeurt maar heel zelden en ik denk dat we het ons kunnen veroorloven. Misschien schrijf ik een andere keer nog eens over de beleggingen die ik doe (en daarnaast staat een deel van mijn spaargeld ook gewoon op een spaarrekening).

  3. Vlijtig met zuinigheid

    Ja, ik heb er ook één gekocht.