Gisteren sprak ik met een 19-jarig nichtje van mij. Zij, en eigenlijk ook haar gezin, waren enthousiast geraakt over een Amerikaanse futuroloog die voorspelde dat de mensheid al haar problemen zou kunnen oplossen met een combinatie van wetenschappelijke vooruitgang (zodat niemand meer zou hoeven werken), het afschaffen van geld (mensen zouden krijgen wat ze nodig hadden), en het beter opvoeden van kinderen (zodat niemand hebberig zou zijn).
Schattig idealistisch natuurlijk, en de rest van de middag waren vriendlief en ik bezig om met hen te discussiëren over waarom wij dachten dat er toch altijd wel weer mensen zouden zijn die zouden gaan profiteren van een dergelijk systeem, zelfs als je ze héél goed zou opvoeden.
Mijn grootste angst was, dat die futuroloog mensen zou oproepen om hem te betalen (met geld, ja) zodat hij zijn plannen verder kon uitwerken. En dat mijn nichtje, vanuit haar geloof dat dit nu eens de oplossing zou kunnen zijn voor alle wereldproblemen, haar weinige spaargeld naar hem zou gaan overmaken. Gelukkig bleek dit (voorlopig in ieder geval) niet zo te zijn. Tenminste, die futuroloog heeft wel zijn hele leven zijn kost verdiend met dit soort orakelen, maar tot nu toe hebben andere mensen hem daarvoor betaald, en niet mijn nichtje 🙂 .
Geloof kan rare dingen met je doen. Het kan je hoop bieden (goed), maar het kan je ook blind maken voor de realiteit. En zo kan het je héél wat kosten.
PS. En ik geef even expres geen naam van de futuroloog, die persoon krijgt via mij geen extra aandacht!
Spaarolifantje 
Geld is sowieso snel geldklopperij, en de aanleiding van bijna alle oorlogen.. Ik snap echt niet dat mensen er nog waarde aan hechten (aan de andere kant weer wel, het is voor velen een houvast natuurlijk…)
… Maar waar ik mijn nichtje ook van probeerde te overtuigen is dat geld afschaffen niets oplost. De meeste mensen gaat het niet om het geld (om de papiertjes en de muntjes), maar om wat je er mee kunt doen: wat voor huis je kunt kopen, wat voor vakantie je kunt kopen, wat voor kleren en meubels (en hoeveel), hoeveel voedsel en van welke kwaliteit je kunt kopen. Schaf je geld af, dan krijg je misschien een soort ruilhandel, en dan zullen er naar mijn idee toch altijd weer mensen komen die in het mooiste huis wonen, die de grootste tv hebben of die het grootste puntje van de taart krijgen.