In het kinderboek dat ik ooit las over de fabel van de krekel en de mieren, ging het als volgt: de mieren werkten de hele zomer hard om voedsel in hun mierenhoop te krijgen. Elke dag zwoegden ze, en elke dag zagen ze de krekel luieren en rondhangen en ze ergerden zich aan hem, maar waarschuwden hem ook: “Pas op, het wordt winter, zorg dat je dan ook nog te eten hebt!” Maar de krekel luisterde niet en ging vrolijk verder met het genieten van het mooie weer. Toen werd het herfst, en toen werd het winter. De mieren zaten lekker warm binnen in hun mierenhoop. Het was er wel wat koud en donker, maar ze hadden genoeg te eten. En wie zat daar in hun midden? De krekel! Hij at hun voedsel, maar hij zorgde er in ruil voor dat hun leven leuker was, omdat ze konden luisteren naar zijn verhalen over alle avonturen die hij in die afgelopen zomer beleefd had.
Nou, er valt heel wat aan te merken op dit mooie en lieve kinderboek…
In de eerste plaats schijnen krekels slechts enkele maanden te leven. Dus daar gaat het mooie verhaaltje over dat de krekel overwintert bij de mieren en in de zomer erna weer vrolijk verder gaat… Ook zijn krekels in werkelijkheid geen lanterfanters, maar zijn ze net zo hard als de mieren bezig met overleven… Qua “biologie” klopt er dus heel veel niet aan dit verhaal 🙂
In de tweede plaats kregen wij in dit kinderboek wel een erg rooskleurig beeld geschetst. In de oorspronkelijke fabel, geschreven door Aesopus, moet de krekel honger en kou lijden in de winter. De mieren in de oorspronkelijke fabel zijn niet zo vriendelijk om de krekel zomaar mee te laten profiteren van hun harde werk. En terecht misschien.
De fabel werd bedacht in een tijd waarin het leven ongetwijfeld hard was. Wie op mooie dagen alleen maar van het mooie weer ging genieten, zou in de winter of in een minder rijk seizoen wel eens flink op z’n neus kunnen kijken. “Wees niet als de domme krekel, maar als de vlijtige mier” was het advies.
Terwijl ik uit dat kinderboek eerder de boodschap kreeg “Wees als de krekel, en geniet! Die mieren zijn maar dom bezig!” Misschien een resultaat van de jaren zeventig waarin dit kinderboek geschreven werd? Misschien waren ze bang dat onze tere kinderzieltjes geen hongerende krekel aan konden?
Ik denk dat de schrijver van het kinder-prentenboek gelijk had met er op te wijzen dat je óók genieten mag, maar tegelijkertijd is het handig als wij als mensen ook een beetje plannen en werken aan de toekomst. Gedoseerd genieten, maar zeker ook in de goede tijden een beetje reserves opbouwen voor de slechtere tijden die mogelijk gaan komen. Misschien moet ik de fabel nog een keer herschrijven voor de huidige tijd?
Grappig… ik dacht ook meteen: die krekel moet ik wezen…!!
Er zijn luxe paarden en werkpaarden, ik hoor gewoon tot de laatste 😉
Degene die niet spaart krijgt alles gratis van de overheid, zij noemen zichzelf de zwakke schouders. Degene die spaart moet eerst zijn spaargeld opmaken zij worden de sterke schouders genoemd. Volgens mij is dit de moderne variant van het verhaal waarbij de spaarzame wordt bestraft.
Als je kijkt naar hoeveel geld je krijgt als je zelf geen geld verdient, dan denk ik dat we “de krekels” in onze maatschappij alleen maar net NIET laten verhongeren. Veel meer is het niet, hoor. Voor de meeste mensen loont het toch echt om wel te werken en te sparen. Daar krijg je een veel leuker leven van en later een veel leuker pensioen.