Vaak hebben mensen niet echt een goede indruk, waar hun geld naartoe gaat. Ze weten vaak wel wat hun inkomen is (hun salarisstrookje vertelt hun dat), maar waar het aan op gaat? Beslissingen over nieuwe financiële verantwoordelijkheden (bijvoorbeeld een hypotheek) worden dan misschien genomen met “ach, het is maar 20% van mijn inkomen, dat moet lukken”, nieuwe aankopen kunnen dan misschien gekocht worden met één blik op het huidige saldo op de betaalrekening. Zoals je je misschien wel kunt voorstellen, gaat dat niet altijd goed.
Zelf herinner ik me nog goed, dat ik mezelf op die manier af en toe in de vingers sneed. Dan kocht ik een hele stapel nieuwe kleding, omdat ik nog 300 euro op de bankrekening had, dus waarom niet? En vervolgens werd onverwacht (nou ja, voor mij onverwacht) de premie van de verzekeringen geïnd, of de verlenging van mijn jaarabonnement op een tijdschrift. Oeps. Hallo, roodstand.
Dat kan dus ook anders. En dat kan door een budget te maken. Of simpelweg: een overzicht van welke uitgaven je verwacht te moeten gaan doen. In de komende week, in de komende maand, in het komende jaar.
En vaak helpt het enorm, als je dan eerst terugkijkt. Naar waar je het afgelopen jaar geld aan uitgegeven hebt. Dat is ook wat ik nu zo’n tien jaar geleden deed. Ik ging zitten met een stapeltje bankafschriften (die goeje oude tijd…) en ik keek, waar ik in de loop van de afgelopen twaalf maanden geld aan uitgegeven had.
Tegenwoordig kun je dat nog steeds doen, natuurlijk. Twaalf maanden terugbladeren in je online registratie bij je bank. En misschien ook bij je creditcard-verstrekker, als je een creditcard hebt. Hoeveel tijd kost dat? Nou, misschien een avondje. Meer niet.
Je kunt tegenwoordig vaak ook de analyse voor je láten maken. Bijvoorbeeld als jouw bank dat aanbiedt als service bij je betaalrekening, dat er in het online overzicht ook de mogelijkheid is om uitgaven in te delen in categorieën. Of via AFAS personal, een gratis online huishoudboekje (NB, het lijkt mij vrij veilig, maar ik gebruik het zelf toch niet).
Op de ouwerwetse manier (zelf tellen), of op een nieuwere manier (huishoudboekje van je bank of AFAS), kun je inzicht krijgen in hoeveel je gemiddeld aan iets uitgeeft (de wekelijkse boodschappentocht naar de AH blijkt bijvoorbeeld gemiddeld 120 euro per week te kosten voor jouw gezin), en je kunt ook inzicht krijgen in welke bedragen je nog meer door het jaar heen nu en dan betaalt (zoals de APK-keuring, de premie voor de overlijdensrisicoverzekering, het goede doel van vriend X die elk jaar weer bij je langskomt voor een bijdrage, en zo voort).
Hierdoor kun je ook vooruit gaan plannen. Als je weet wat je in het verleden deed, weet je ook voor een deel wat je in de toekomst te wachten staat. Je kunt in principe eerst gewoon de uitgaven die je vorig jaar deed, gewoon kopiëren naar het nieuwe jaar. Gaf je 600 euro uit aan boodschappen per maand in 2015, dan ga je dat in 2016 ook doen. Kostte de APK-keuring in 2015 in mei 300 euro, dan kost ‘ie dat nu ook weer. Daarna kun je natuurlijk aanpassingen gaan doen. Wie weet zijn er extra uitgaven die je wilt doen, wie weet ben je geschrokken van dat boodschappenbudget en wil je gaan proberen om het in 2016 met minder te doen. Of wie weet moet je het met minder gaan doen, en ga je op zoek naar plekken waar het minder kán.
Uiteindelijk krijg je dan een lijstje van hoeveel je per maand uit wil gaan geven. En daarna moet je dan dus gaan bijhouden, of het je ook lukt.
Ik heb zelf een los lijstje met uitgaven die niet elke maand terugkomen, maar bijvoorbeeld maar één keer per jaar of één keer per kwartaal. Zo kan ik altijd in dat lijstje kijken, om te zien welke extra uitgaven me bijvoorbeeld in februari te wachten staan. Je kunt ook besluiten om voor dit soort extra uitgaven te gaan sparen. Als je bijvoorbeeld in juli een premie moet betalen voor een verzekering, en die kost 280 euro, dan weet je dat je in de komende 7 maanden elke maand hiervoor 40 euro opzij moet zetten, dan kun je de rekening als die komt gemakkelijk betalen.
Het is ook altijd handig om een klein deel van je inkomen opzij te zetten voor onverwachte uitgaven. Je kunt nog zo mooi plannen en budgetteren, het kán zijn dat er toch ineens een onverwachte uitgave is (“Hé, het dak lekt”, bijvoorbeeld). Een beetje ruimte overhouden in je budget voor dit soort dingen kan je redden. En dat bedrag dan maandelijks opzij zetten, zolang je het nog niet nodig hebt…